Waar ben ik?

Voor me staat een man op blote voeten. Hij glimlacht en praat met een vriend naast hem. Hij draagt een fluo oranje t-shirt en een korte short, meer niet.  Daarnaast staat een koppel met een touwtje in de hand waarvan ze elk een uiteinde vasthouden. Zij is blind, hij begeleidt haar. Een ingenieus systeem om elkaar niet kwijt te geraken. Twee vriendinnen staan voor ons, een identieke tweeling, popelend om te mogen beginnen. Een Chinese strakke loopster, een groep vrienden, een vader met zijn zoon. De mensenmassa wordt groter en propt zich dichter op elkaar. Ik sta ertussen. Ik sta gewoon aan de start van de New York City Marathon en moet mezelf meermaals knijpen om het te beseffen. Ik sta hier echt. Ik ga echt 42 km lopen. 

Voor ons ligt een grote brug, de Verrazzanobrug. We zien het begin, maar het einde niet. De lopersmassa stapt heupwiegend verder op de tonen van Sinatra's 'New York, New York'. Iedereen is blij en zenuwachtig. Warme truien worden uitgedaan en weggegooid aan de kant. We eten graanrepen en veteren onze schoenen strak dicht. Een blonde dame met sterk Amerikaans accent brult door de speaker: Are. you. ready? Uiteraard brullen we allen terug: YES! Het schot klinkt, de start is gegeven! Here. we. go!!! 

Er wordt rustig gestart alsof iedereen de stilte voor de storm voelt. De brug oplopen vraagt al direct voor een andere tactiek. Trager lopen en doorbijten. Bij het naderen van het einde van de brug zweeft er een zacht rumoer van de zijkant. Bij elke stap wordt dat geluid sterker. We horen stemmen, trommels, bellen. Het dringt nog niet door, maar dan is het daar. De mensenmassa van de supporters. De lopersmassa is al gigantisch, maar de supportersmassa is nog groter. Een zwarte man schreeuwt de longen uit zijn lijf: you can do this! De dame ernaast houdt een kartonnen bord vast: yes you can! Een Indische familie in dezelfde gewadeb houden kartonnen duimen in de lucht en gooien met confetti. Een man met een hele geluidsinstallatie op zijn rug knalt 'The eye of the tiger' uit zijn boksen. Een klein meisje met een roze drumstel mept erop los. Ongelofelijk. Wat is dit. De massa gaat uit zijn dak, alsof het een rockconcert is en wij de rocksterren. Ik krijg overal 'high fives' en schouderklopjes van lopers en supporters. Elke kilometer die we verder lopen wordt de supportsmassa actiever en gekker. Volledige bands staan opgesteld naast het parkour en de mensen dansen. Verliefde meisjes die voor hun vriendje supporteren, oudere vrouwen die voor hun gepensioneerde man supporteren. Iedereen staat er. Praise the Lord horen we uit de kerk knallen en we krijgen de steun van Jezus er gratis bij. Elke mijl staan er tientallen vrijwilligers die drank uitdelen. De bekertjes ploffen op de grond alsof het het festivalterrein van Werchter is.

Elke kilometer is anders. Ik juich, ik huil, ik zing, ik dans. Allemaal samen met de lopers rondom mij. Ik voel bijna niet dat het ondertussen regent. Op de achterkant van de t-shirt van een jonge vrouw staat in gele letters gedrukt: in honour of my dad. Een Japanse man heeft achter op zijn loopshirt staan dat zijn vrouw aan het vechten is tegen kanker en hij daarom deze marathon loopt. Elke loper heeft zijn eigen reden om hier te zijn. Samen worstelen we ons erdoor en worden we in die zee van mensen doorgestuwd. De muziek in mijn oortjes hoor ik bijna niet door het gejuich van de mensen. Ik kon in training nooit zonder muziek en nu interesseert het me niet. Ik let ook niet op de kilometer aanduidingen. Waar ben ik?

Ik zie een boog met '30k'. Ben ik al aan kilometer 30? Ik ben verbaasd. Meer dan 3 uur lang ben ik me al aan het amuseren maar de vermoeidheid slaat bijna toe. We draaien First Avenue op. Nog 7 kilometer en dan is daar de finish waar ik zo lang van gedroomd heb. De benen zijn moe, mijn onderrug is stram, mijn gehemelte brandt en mijn maag draait. Ik voel dat de energie bijna op is. En als het op is, is het op. Geen seconde twijfel ik of ik het zou halen of niet, maar de stress is er even. Ik zal het halen, hoe dat weet ik niet. Elke meter begint zwaarder te worden, maar de positieve mensenmassa neemt me mee. You can do it sister! brult een black momma. Come on! roept een groep jongeren. Bananen worden uitgedeeld door de supporters. Snoep, zakdoeken, stokjes met vaseline om tussen je oksels te smeren als je tshirt schuurt, koeken, kokoswater, ... Noem het maar op , ene heel buffet wordt ons aangeboden. Ik herpak me en focus op de mensen, niet op de grond voor me. Central Park. Nog 2 kilometer. Het applaus en geroep wordt nog luider. Duizenden mensen staan achter dranghekken te roepen en te zwaaien met vlaggen en ballonnen. Duizenden stemmen. Nog 1 kilometer. Ik zie de finish. 400 meter. Doorzetten. 200 meter. Komaan. 

Ik zet mijn voet over de streep. De glimlach verdwijnt niet van mijn gezicht. Ik heb het gehaald. Al de 62 kilogram van mijn 37 jarige lijf heeft het gehaald. Ik voel me onoverwinnelijk. Ik ben er. Ik mag stappen. Rond me wordt gehuild, gelachen en geknuffeld. 

Mag ik dan nu een pintje?



Reacties

  1. Zit ik tegen iedereen te zeggen dat ik er geen woorden voor heb... Deze ervaring is niet te beschrijven... En jij, Greet... Zegt het allemaal...met de juiste woorden, de juiste emoties... Ik herbeleef het helemaal tijdens het lezen van jouw mooie woorden. Waaw! En ja... Je mag best fier op jezelf zijn! Proficiat! X

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten